De NOW vervangt de werktijdverkorting (WTV), die wordt ingetrokken. Werkgevers kunnen met de nieuwe regeling een aanvraag indienen voor een ‘substantiële tegemoetkoming in de loonkosten’, en hiervoor van het UWV een voorschot ontvangen. Zo kunnen werkgevers werknemers met een vast én flexibel contract in dienst houden en doorbetalen. De tegemoetkoming kan in ieder geval voor 3 maanden aangevraagd worden, met de mogelijkheid tot verlenging (eventueel onder andere voorwaarden) met nog eens 3 maanden.
Flexibele contracten
De nieuwe tegemoetkomingsregeling is ook van toepassing op de loonkosten voor werknemers waarvoor de werkgever geen loondoorbetalingsplicht heeft. Denk aan werknemers met een oproepcontract. Uitzendbureaus kunnen ook voor uitzendkrachten een tegemoetkoming aanvragen.
Voor werknemers die onder de regeling vallen betekent dit dat hun loon volledig kan worden doorbetaald. Werknemers verbruiken met de regeling hun WW-rechten niet omdat de regeling losstaat van de WW. Werknemers en werkgevers kunnen zelf afspreken of werknemers werk moeten verrichten.
Einde WTV
Als je al een aanvraag voor WTV gedaan had, wordt die vanaf nu beschouwd als aanvraag voor de nieuwe tegemoetkomingsregeling. Je hoeft dan niets te doen en krijgt vanzelf bericht.
WTV kun je niet meer aanvragen. Die regeling is gestopt omdat de WTV niet snel genoeg was, en niet goed toepasbaar op de uitzonderlijke situatie rond de coronacrisis. Als je al een toekenning voor werktijdverkorting hebt gehad, blijft deze van kracht. Als je wilt verlengen, stap je over naar de nieuwe regeling.
Aanvraag NOW
Uiteindelijk gaat de NOW-aanvraag via het UWV, maar op dit moment kun je nog geen aanvraag indienen. Op korte termijn komen er meer details beschikbaar. Wel is duidelijk dat omzetverlies vanaf 1 maart 2020 in aanmerking komt voor deze noodmaatregel. Voor de aanvraag is straks geen eHerkenning of andere vorm van authenticatie en autorisatie nodig. Aanvragen doe je met je loonheffingsnummer. Op fraude wordt gecontroleerd.
Voorwaarden
- Bij de aanvraag committeert de werkgever zich vooraf aan de verplichting géén ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen aan te vragen voor zijn werknemers gedurende de periode waarover de tegemoetkoming ontvangen wordt.
- De aanvrager verwacht tenminste 20% verwacht omzetverlies.
- De aanvraag geldt voor een periode van 3 maanden, die eenmalig verlengd kan worden met nog eens 3 maanden (aan de verlenging kunnen extra voorwaarden worden gesteld).
- De regeling geldt voor omzetdalingen vanaf 1 maart 2020.
- De hoogte van de tegemoetkoming in de loonkosten is afhankelijk van de terugval in omzet, maximaal 90% van de loonsom. Hieronder enkele voorbeelden waarin de relatie tussen omzetdaling en hoogte van de tegemoetkoming is uitgewerkt:
- Indien 100% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 90% van de loonsom van een werkgever.
- Indien 50% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 45% van de loonsom van een werkgever.
- Indien 25% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 22,5% van de loonsom van de werkgever.
- Op basis van de aanvraag zal het UWV een voorschot verstrekken ter hoogte van 80% van de verwachte tegemoetkoming.
- Achteraf wordt vastgesteld wat de werkelijke daling in de omzet is geweest.
- Voor aanvragen boven een nader te bepalen omvang van de tegemoetkoming is een accountantsverklaring vereist.
- Bij de definitieve vaststelling van de tegemoetkoming vindt nog een correctie plaats als er sprake is geweest van een daling van de loonsom.